Fysioveld in beweging

Hernia

Bij een hernia (hernia nuclei pulposi (HNP)) is er sprake van een inklemming van een zenuw rondom de wervelkolom. Een hernia komt veel voor en is in de meeste gevallen ongevaarlijk. Als u merkt dat het plassen minder makkelijk gaat, u de plas of ontlasting niet meer kan ophouden of een doof gevoel ervaart in de schaamstreek, billen, heupen of dijen dan is het verstandig om contact op te nemen met uw huisarts.

Symptomen

Afhankelijk van de plek waar de zenuw wordt ingeklemd, ervaart u symptomen. Zo ervaart de ene persoon meer uitstraling aan de voorzijde van het bovenbeen, terwijl een ander meer pijnklachten ervaart in de bil, de kuit of in de voet. Hetzelfde geldt voor een nekhernia. De ene persoon ervaart de pijn meer in de bovenarm, terwijl een ander het meer voelt in de onderarm of pijn tussen de schouderbladen. Meestal is er zenuwpijn aanwezig in het been of de arm. De pijn in het been of de arm is vaak meer aanwezig dan de rugpijn en de pijn is vaak brandend en/of schietend. Sommige mensen geven aan dat de zenuwpijn vergelijkbaar is met tandpijn. Bij druk verhogende momenten zoals hoesten/niezen/persen kan de uitstraling in het been of de arm toenemen. Zitten en staan wordt vaak als pijnlijk ervaren.

Diagnose en advies

Naar aanleiding van het gesprek en specifieke testen kan er beoordeeld worden of er sprake is van een hernia. Het merendeel van de mensen met een hernia herstelt binnen 3 maanden. Een operatie is dus gelukkig niet altijd meer nodig. Om het herstel zo goed mogelijk te laten verlopen, is het belangrijk om in beweging te blijven. Dit is natuurlijk afhankelijk van het aantal klachten dat u ervaart. Ook zijn er oefeningen gericht op coördinatie en kracht die u kan uitvoeren.

  • Een manueel therapeut is in staat om te onderzoeken of er sprake is van een hernia. U krijgt een gerichte adviezen en oefeningen mee om het herstel te bevorderen.
  • De fysiotherapeuten van Fysioveld in beweging hebben beiden de opleiding extended scope – gericht verwijzen afgerond. Hierdoor zijn wij beter in staat om te beoordelen of aanvullend onderzoek van de lage rug, bijvoorbeeld een röntgenfoto of scan, noodzakelijk is. Dit doen wij altijd in overleg met u en met uw huisarts.